Een Amsterdams staand horloge met barometer en thermometer van Daniel Gabriel Fahrenheit



Door: Oscar Fontijn.


Slechts gedurende een beperkt aantal jaren in de lange ontwikkelingsgeschiedenis van de Nederlandse staande klok, namelijk tussen ca. 1725 en ca. 1745, werden er door sommige (Amsterdamse) klokkenmakers staande klokken vervaardigd die voorzien werden van een barometer als luxe extra-toevoeging. Vermoedelijk werden dergelijke staande klokken nooit op grote schaal geproduceerd, bij mij althans is het bestaan bekend van maar een zestal exemplaren. Gezien het exclusieve karakter van deze toepassing, is het niet verwonderlijk dat de staande klokken met barometer die ons vandaag de dag nog resten, afkomstig zijn van gerenommeerde Amsterdamse adressen zoals onder andere die van Andries Vermeulen en Otto van Meurs. Een staande klok in combinatie met zowel een barometer als een thermometer kan overigens een nog grotere zeldzaamheid genoemd worden.[1]
Dat sommige staande klokken na ca. 1725 werden voorzien van een barometer, doet vermoeden dat de vraag naar barometers voor huiselijke waarnemingen in deze periode groeiende was. Voorheen was de barometer immers toch vooral nog het speelgoed geweest van wetenschappers en andere geïnteresseerden. Uit het feit dat er in ons land pas na ca. 1740 echt sprake was van het op een grotere schaal vervaardigen van afzonderlijke barometers, voor een grotere en meer algemene markt, kan wellicht de conclusie getrokken worden dat de combinatie staande klok met barometer niet slechts van belang was in het licht van de ontwikkelingsgeschiedenis van de staande klok als zodanig. De combinatie staande klok met barometer kan volgens mij toch vooral ook gezien worden als belangrijk onderdeel van een soort overgangsfase bij de ontwikkeling die de (Nederlandse) barometer doormaakte van wetenschappelijk instrument tot een belangrijk - en opzichzelfstaand - onderdeel van het Hollandse interieur.

Onlangs kwamen wij, na een jarenlange zoektocht, in het bezit van een staande klok met zowel een barometer als een thermometer. Deze staande klok moet omstreeks 1725 zijn vervaardigd door Willem Redy (wiens naam ook als Redie of Radi voorkomt). Redy was in de eerste helft van de achttiende eeuw als meester-horlogemaker gevestigd aan de Elandsgracht.[2] Veel werken van Redy zijn er tegenwoordig niet meer bekend, maar wat ons nog rest getuigt van zijn meesterschap. Er bevindt zich bijvoorbeeld nog een fraaie staande klok van zijn hand in het Ostfriesisches Landesmuseum in Emden. Ook op de kwaliteit van het uurwerk en de wortelnoten gefineerde eikenhouten kast van deze staande klok valt niets aan te merken. Op de fraai bewerkte wijzerplaat worden dag, datum, maand, maanstand, dierenriemteken en hoogwaterstand aangegeven. De bewerkte rand van de wijzerplaat loopt overigens nog onder het lunet door, hetgeen betekent dat we hier te maken hebben met een vroeg exemplaar. Het uurwerk heeft ankergang en wekkerwerk en loopt een week. Het zaagslagwerk op twee bellen gaat het hele en het halve uur voluit. Hoewel de hier besproken staande klok zoals gezegd een kwalitatief hoogstaand voorbeeld is van een vrij vroege en nog in pure staat verkerende staande klok, wordt de aandacht van zowel leek als kenner na een nadere bestudering van het geheel toch onwillekeurig afgeleid door de barometer en de thermometer. Dit is helemaal het geval indien eenmaal de beslist opzienbarende signatuur wordt opgemerkt die zich bevindt op zowel de barometer- als de thermometerschaalplaat. Daar waar de barometer-schaalplaten van de overige ons bekend zijnde staande klokken met barometer niet gesigneerd zijn, of slechts zijn voorzien van de naam van de klokkenmaker in kwestie, blijkt op zowel de barometer- als de thermometer-schaalplaat van deze staande klok de signatuur voor te komen van niemand minder dan de wereldberoemde en vermaarde wetenschapper Daniel Gabriel Fahrenheit.


foto 1

Daniel Gabriel Fahrenheit werd op 24 mei 1686 geboren in Danzig. Aanvankelijk leek hij, als lid van een vooraanstaande en zeer gefortuneerde koopmansfamilie, voorbestemd te zijn voor het handelsvak. Toen zijn beide ouders in 1701 stierven na het eten van giftige paddestoelen, besloten zijn voogden dan ook om hem naar Amsterdam te sturen. Het was de bedoeling dat hij zich daar als leerling bij het handelshuis Van Beuningen zou voorbereiden op een leven als koopman. Al vrij snel kregen zijn voogden in Danzig echter verontrustende berichten te horen over het wel en wee van de jonge Fahrenheit in het verre Amsterdam. Toen zij de burgemeester van Danzig in 1707 verslag deden van Fahrenheits situatie, moesten zij dan ook tot hun spijt concluderen dat al hun goede bedoelingen tevergeefs waren geweest:
'Es hat sich aber dieser unmündige alda sehr übel verhalten und ist endlich gar mit einer Post Geld durchgegangen, auch in anderen Dingen mehr hat er es so gemacht, dass es nicht ärger seyn können, welches wir aber umb seiner Bruder und Schwestern wegen auszudrücken, Bedenken tragen.'[3] Uit pure wanhoop regelden zijn voogden vervolgens voor hem een betrekking op een van de schepen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Toen Fahrenheit bij het vertrek van zijn schip echter niet kwam opdagen, was de maat voor diens voogden vol. Een arrestatiebevel dat toen tegen hem werd uitgevaardigd deed hem op de vlucht slaan.

Zodoende begon voor Fahrenheit een periode in zijn leven die in het teken zou staan van het maken van talloze reizen door Europa. Tijdens deze reizen door onder andere Scandinavië, de Baltische landen, Duitsland en Engeland, zocht Fahrenheit contact met tal van vooraanstaande Europese wetenschappers uit die tijd. Op deze manier vergaarde hij een grote kennis op het gebied van de praktische natuurkunde. Uiteindelijk besloot hij zich in 1717 of 1718 voorgoed in Amsterdam te vestigen, alwaar hij zijn werk als wetenschapper en instrumentmaker met groot succes voortzette. Al snel raakte hij in de Republiek bevriend met internationaal vermaarde wetenschappers als Boerhaave, 's Gravesande en P. van Musschenbroek. Een van zijn belangrijkste verdiensten als wetenschapper is ongetwijfeld de verbetering van de thermometer geweest, waarmee hij in de voetsporen trad van de grote Italiaanse wetenschapper Galileo Galileï (1564-1642) en de Nederlandse geleerde Cornelius Drebbel (1572-1634) die de vervaardigers waren geweest van de eerste thermometers.

Dit eerste type thermometer, meestal aangeduid als lucht-thermoskoop, bestond uit een glazen bol die was bevestigd aan een nauwe buis. Het andere uiteinde van de buis was gedompeld in een gekleurde vloeistof. Als de bol in aanraking werd gebracht met een hete substantie, zette de lucht die zich erin bevond uit, waardoor het peil van de vloeistof in de nauwe buis zakte. Dit instrument bleek echter in de praktijk behoorlijk onnauwkeurig te werken, aangezien het volume van de lucht in de thermoskoop werd beïnvloed door zowel de atmosferische druk, als door verschillen in temperatuur van de lucht erbuiten. In het midden van de zeventiende eeuw verschenen de vloeistof-in glas-thermometers, de voorlopers van de instrumenten die we thans nog gebruiken.

Ook aan deze instrumenten kleefden bepaalde nadelen. Zo heeft alcohol, de vloeistof die het meeste werd gebruikt, bijvoorbeeld een betrekkelijk laag kookpunt. Bij ongeveer 80 graden Celsius kookt het en wordt het gasvormig, zodat het niet gebruikt kon worden voor het aangeven van hogere temperaturen.



 

Het is uiteindelijk Daniel Gabriel Fahrenheit geweest die de thermometer, door enkele belangrijke technische verbeteringen, maakte tot een waarlijk wetenschappelijk instrument. Fahrenheit zag bijvoorbeeld als eerste het belang van kwik voor het doen van wetenschappelijke waarnemingen, kwik kookt namelijk pas bij ongeveer 357 graden.
Door het gebruik van kwik werd het meetbare temperatuurbereik aanzienlijk vergroot. Ook verving hij het tot dan toe gebruikelijke bolvormige reservoir door een cilindrisch reservoir en graveerde hij de schaal op metaal. Verder besteedde hij als eerste speciale zorg aan het zorgvuldig reinigen en uitkoken van thermometers en vloeistoffen voor het dicht smelten.

Ook op een andere manier droeg Fahrenheit bij aan het optimaliseren van de thermometer. Fahrenheit dankt zijn huidige bekendheid bij het grote publiek waarschijnlijk vooral aan de door hem ontwikkelde temperatuur-schaalverdeling. Deze eerste belangrijke schaalverdeling wordt tegenwoordig nog in een groot deel van de wereld gebruikt bij het meten van de temperatuur. In landen als de Verenigde Staten en Engeland is de schaalverdeling van Fahrenheit bijvoorbeeld nooit door die van Celsius verdrongen.




 

foto 2


In 1719 kwam Fahrenheit bij de ontwikkeling van zijn reproduceerbare schaalverdeling uit op zijn definitieve schaalverdeling, die uitging van een viertal vaste punten (waarvan er overigens maar twee echt vast te noemen waren). Het laagste punt (0 graden) werd bepaald door het punt tot waarop het kwik daalde als de thermometer in een bak met een mengsel van sneeuw, ijs en ammoniak werd geplaatst (de koudste substantie die in die tijd kon worden verkregen). Voor het tweede vaste punt (32 graden) nam Fahrenheit het vriespunt van water, terwijl hij voor het derde punt de lichaamstemperatuur van zijn assistent nam en dat 96 graden noemde. Het hoogste vaste punt werd ten slotte gevormd door de temperatuur waarop water begon te koken (212 graden).

Door het verbeteren van de kwaliteit van de thermometer en het creeëren van een belangrijke, algemeen aanvaarde schaalverdeling, slaagde Fahrenheit erin om de thermometer te standaardiseren. Hierdoor werd het mogelijk om de gegevens van verschillende thermometers onderling te vergelijken.

Overigens bleven de ontdekkingen van Fahrenheit niet slechts beperkt tot het terrein van de thermometer. Fahrenheit publiceerde ook onderzoekingen over onderkoeling en het soortelijk gewicht en kookpunt van verschillende vloeistoffen. Tevens ontwikkelde hij een verbeterde aerometer en een nieuw type telescoop en eveneens droeg hij zijn steentje bij aan het verbeteren van de barometer. Een van Fahrenheits grootste projecten is de ontwikkeling van een zeer nauwkeurige kwik-klok voor gebruik op zee geweest. Fahrenheit hoopte met deze vinding, waarin hij zelf heilig geloofde, de voor die tijd enorme beloning van twintigduizend pond in de wacht te slepen die de Royal Society in Londen in het vooruitzicht had gesteld voor de uitvinder van een methode om de lengtegraad op zee te bepalen. Deze beloning werd hem echter nooit toegekend. Wel werd hij in 1724 uitgenodigd om lid te worden van deze prestigieuze vereniging. Misschien had Fahrenheit deze uitverkiezing, behalve aan zijn baanbrekende werk, mede te danken aan het feit dat hij de Engelse koning George I bij een bezoek aan ons land, in 1719, een speciale barometer aanbood.[4]

Het is niet veel mensen bekend dat Fahrenheit, behalve een begenadigd wetenschapper, ook een kundig instrumentmaker was. De goede reputatie die Fahrenheit genoot als instrumentmaker blijkt ondermeer uit de woorden van Petrus van Musschenbroek: 'Men kan vry volmaakte barometers krygen of van mynen Broeder, of van de braave konstenaars G. Fahrenheit, en H. Prins, welke als om strijd dit werktuyg ten top van volmaaktheid hebben zoeken te brengen.'[5] Overigens hadden de instrumenten van Fahrenheit de naam dat ze niet bepaald goedkoop waren. Hieruit blijkt dat voor Willem Redy (of zijn opdrachtgever) slechts het allerbeste goed genoeg was van wat er in die dagen op het gebied van barometers en thermometers kon worden verkregen.

De barometer en thermometer die Redy door Fahrenheit in deze klok liet plaatsen, geven inderdaad blijk van Fahrenheits kunnen. De schaalplaten zijn van verzilverd messing en zijn op ooghoogte, vakkundig in de afgeschuinde hoeken van de kast geplaatst: de barometer links en de thermometer rechts. Het handschrift van Fahrenheit in de van hem bewaard gebleven brieven, komt overeen met het graveerwerk op de schaalplaten, dat dus waarschijnlijk eigenhandig door Fahrenheit is aangebracht. De buizen van de barometer en de thermometer zijn geplaatst in de binnenkant van de kast en kunnen door een ingenieus houten schuifsysteem worden klemgezet. Overigens kan, uit hetgeen we aan de binnenkant van de kast zien, de conclusie worden getrokken dat het vervaardigen van een staande klok met barometer en thermometer ook voor Redy geen alledaagse bezigheid was. De sleuven die door de kastenmaker voor het plaatsen van de buizen zijn aangebracht, lopen immers door tot onder de uitsparing in de sleuf die bij plaatsing van de buizen voor de reservoirs moet zijn gemaakt. Bij het vervaardigen van de kast was de plaats van de reservoirs dus nog niet bekend, bij een productie van dit type klok in grotere aantallen zou men hiervan al wel vantevoren op de hoogte geweest moeten zijn. De werkzaamheden van Fahrenheit zijn bij deze klok indertijd vermoedelijk niet beperkt gebleven tot het leveren van de schaalplaten. Waarschijnlijk heeft hij zich ook bezig gehouden met het blazen en vullen van de buizen en het exact passend plaatsen van de buizen in de binnenkant van deze staande klok.

De barometerschaalplaat is door Fahrenheit voorzien van twee verschillende soorten schalen. Rechts van de buis treffen we een schaalverdeling aan in Franse duimen. Elke duim is hierbij verdeeld in twaalfden, met een onderverdeling in vierentwintig delen. Bij deze duimen staat een nummering die loopt van 26,5 tot 29 duim. Links van de buis bevindt zich de andere schaalverdeling. Bij deze duimen staat geen nummering (waarschijnlijk om het geheel overzichtelijk te houden), maar uit de onderverdeling in decimalen valt op te maken dat we hier van doen hebben met Engelse duimen, de duimen lopen hierbij van 28 tot 31 duim. Bij elke halve Engelse duim staat een weersaanduiding aangegeven. Het gebruik van de meer internationale Engelse en Franse duimen wijst er op dat Fahrenheit ook bij het vervaardigen van barometers streefde naar standaardisatie, waardoor een vergelijking van gegevens uit verschillende landen vergemakkelijkt zou kunnen worden.
De thermometer heeft een schaal volgens de definitieve schaalverdeling van Fahrenheit uit 1719. Wel valt het op dat de temperatuursaanduidingen bij de lagere temperaturen nog enigszins ongelukkig gekozen lijken te zijn. Zo staat er bij het vriespunt van water (32 graden) nog simpelweg 'Koud' en staat er pas bij 16 graden 'Vorst'. Dit duidt er op dat we hier te maken hebben met een thermometer die waarschijnlijk niet lang na 1724 vervaardigd zal zijn, in dat jaar stelde Fahrenheit namelijk vast dat water in sommige gevallen niet bevroor als het afkoelde tot onder het eigenlijke vriespunt van water. Fahrenheit zal dan vermoedelijk niet veel later de temperatuursaanduidingen bij zijn schaalverdeling gewijzigd hebben in de termen die we ook tegenwoordig nog aantreffen op bijvoorbeeld de thermometers van antieke Nederlandse bakbarometers. Op een gedateerde thermometer van Fahrenheit uit 1727 staat bij 32 graden F. al de vertrouwde aanduiding 'Vorst'. Mede aan de hand van de thermometer is dus ook de staande klok in zijn geheel vrij precies te dateren op een jaartal omstreeks 1725.

Daniel Gabriel Fahrenheit stierf op 16 september 1736 in 's-Gravenhage, waar hij verbleef om alweer een nieuwe vinding - ditmaal een revolutionair soort waterpomp - te patenteren. In de aankondiging van de openbare veiling van zijn inboedel in de 'Amsterdamse Courant' van 17 november 1736, is twee maanden na zijn dood sprake van een 'fraei Horologie loopende agt dagen, in een curieuse Nooteboome Kas'. Helaas wordt deze staande klok, in een door de 'gezworen schatster' Catherina van den Bergh gemaakte beschrijving van Fahrenheits inboedel, niet nader gespecificeerd.[6]
Nog slechts een tweetal wetenschappelijke thermometers, met een schaal tot 600 graden F., resten ons vandaag de dag van de instrumentmaker Fahrenheit (waaronder de reeds genoemde). Deze thermometers worden zorgvuldig bewaard in museum Boerhaave in Leiden. De pas ontdekte thermometer op deze staande klok is dan ook de enige thermometer voor huiselijke waarnemingen die van Fahrenheit bekend is, hij noemde dergelijke thermometers zelf 'klijne' thermometers. Verder is er, behalve het exemplaar op de hier beschreven staande klok, nog slechts één andere barometer van Fahrenheit bekend.[7] Een combinatie van zowel een barometer als een thermometer van de hand van Daniel Gabriel Fahrenheit was tot voor kort echter nog niet bekend. De hierboven beschreven staande klok is daarom een grote zeldzaamheid en naar alle waarschijnlijkheid zelfs uniek.

Oscar Fontijn



1. Op pagina 103 van J. Zeeman, 'De Nederlandse staande klok' (Amsterdam 1977) is een afbeelding te zien van een staande klok van Adolf Witsen met barometer en thermometer.
2. E. Morpurgo, 'Nederlandse klokken en horlogemakers vanaf 1300' (Amsterdam 1970), 104.
3. Cohen, E. en W.A.T. Cohen-de Meester, 'Daniel Gabriel Fahrenheit' (geb. zu Danzig 24. Mai 1686, gest. zu 's-Gravenhage 16 Sept. 1736) in: 'Proceedings of the Royal Academy of Sciences of Amsterdam 40' (1937) no. 8, 682-689, aldaar 682-683.
4. P. van der Star, 'Fahrenheit's letters to Leibniz and Boerhaave' (Amsterdam 1983), 101.
5. P. van Musschenbroek, 'Beginselen der natuurkunde, beschreven ten dienste der landgenoten' (Leiden 1736), 599.
6. D.S. van Zuiden, 'Het testament en de inboedel van Daniel Gabriel Fahrenheit' in: Oud-Holland 31 (1913), p. 123-130.
7. B. Bolle, 'Een barometer van Daniel Gabriel Fahrenheit' in: Antiek 21 (april/II 1987) no. 9, 567-569.